Onafhankelijke informatie & betrouwbare reviews

Vaccineren hond

De één gelooft in vaccinaties, de ander niet. In het geval van honden is de beslissing geheel aan het baasje. Er wordt geadviseerd om honden regelmatig te laten vaccineren tegen verschillende ziektes. Een aantal ziektes van deze ziektes kunnen grote gevolgen hebben (waaronder de dood), andere ziektes zijn vooral vervelend maar niet gevaarlijk. Hieronder een beeld van de ziektes waartegen je je hond kunt laten vaccineren en een overzicht van de risico’s van vaccinatie.

Vaccineren hond: tegen welke ziektes?

Parvo

Parvo is een virusinfectie waarbij besmetting plaatsvindt via de ontlasting van besmette honden. Bij zieke dieren wordt het darmslijmvlies aangetast, waardoor ze diarree krijgen. Pups die besmet raken krijgen vaak hartproblemen. Vooral voor jonge honden is Parvo potentieel dodelijk.

Tip: dierenarts kosten declareren!

Verzeker je huisdier tegen hoge kosten van de dierenarts. Vergelijk en vind de beste verzekering voor jouw hond!

Start met vergelijken

Hondenziekte

Hondenziekte is eveneens een zeer besmettelijke virusinfectie. In dit geval is het lichaamsvocht van besmette dieren, zoals speeksel en urine, waardoor je hond besmet kan raken. De eerste symptomen zijn koortsaanvallen, waardoor de weerstand ondermijnd wordt. In een later stadium krijgt de hond long-, maag- en darmklachten en mogelijk ook toevallen. Ongeveer de helft van de honden die besmet raakt met hondenziekte overlijdt, waarbij jonge honden het grootste risico lopen. Honden die het overleven houden vaak blijvende schade over aan de organen.

HCC (leverziekte)

HCC is een besmettelijke leverontsteking die ook wel leverziekte wordt genoemd. Het virus wordt doorgegeven via ontlasting en speeksel van besmette dieren. Het verloop van de ziekte is bij ieder dier anders. Vooral jonge honden lopen gevaar. Zo’n twintig procent van de besmette dieren houdt aan HCC een melkglasoog (een witte troebeling van het hoornvlies) over.

Weil

Weil is een ziekte die wordt overgebracht door de bacteriën in de urine van de bruine rat of die van een ander besmet dier. Weil is ook besmettelijk voor de mens. De ziekte veroorzaakt aantasting van nieren, lever en bloedvaten. De vaccinatie biedt helaas maar bescherming tegen een klein deel van de bacteriën die Weil veroorzaken.

Kennelhoest

Kennelhoest kent twee varianten: viraal (para-influenza) en bacterieel (bordetella). De ziekte gaat meestal vanzelf weer over na 5-7 dagen en is vrij mild. De besmetting vindt plaats door speeksel van hoestende besmette honden. Bij jonge honden kan besmetting leiden tot een longontsteking. Oudere of zwakkere honden kunnen er chronische bronchitis door ontwikkelen. Een hond die eenmaal kennelhoest heeft gehad is daarna meestal levenslang immuun voor deze ziekte.

Rabiës (hondsdolheid)

Rabiës, ook bekend als hondsdolheid, is een hevige virusinfectie. Besmetting vindt plaats via het speeksel van een besmet dier bij een beet. Ook mensen kunnen besmet worden met rabiës. Het verloop van de ziekte gaat snel: het virus verspreidt zich via de zenuwbanen naar de hersenen, het ruggenmerg en uiteindelijk de organen. Het gevolg is hevige neurologische problemen en de dood. De ziekte komt niet in Nederland voor.

Vaccineren hond: risico’s

Helaas is het laten vaccineren van je hond niet zonder risico’s. Door regelmatige vaccinatie wordt het immuunsysteem van je hond verschillende keren op een onnatuurlijke manier geactiveerd. Omdat er vaak tegen verschillende ziektes tegelijk wordt gevaccineerd, moet het lichaam van de hond op hetzelfde moment op verschillende fronten reageren. Hierbij kunnen er dingen misgaan. Op korte termijn kan dit zich uiten in braken, diarree, shock, koorts of toevallen. Op de langere termijn zelfs in kanker, auto-immuunziekten en allergieën. Is je hond niet kerngezond op het moment van vaccinatie, dan kan het verzwakte afweersysteem voor problemen zorgen. De stress die je hond ervaart tijdens het bezoek aan de dierenarts heeft hier ook een negatieve invloed op.

Vaccineren hond: risico’s beperken

Een aantal zaken zijn belangrijk om in overweging te nemen als je nadenkt over het laten vaccineren van je hond:

  • Kijk goed naar de huidige gezondheid van je hond. Doe het alleen als je hond echt in goede gezondheid is.
  • Combineer vaccinatie niet met middelen tegen wormen, vlooien en teken. Deze zijn al belastend genoeg voor het lichaam van de hond.
  • Laat je hond alleen vaccineren tegen rabiës (hondsdolheid) als je hem meeneemt naar een land waar dit verplicht gesteld wordt.
  • Laat je hond alleen vaccineren tegen kennelhoest als deze een verhoogd risico loopt. Dat wil zeggen: als hij op plaatsen komt waar veel andere honden tegelijkertijd zijn.
  • Vaccineer strategisch, zodat het niet te vaak herhaald hoeft te worden. Honden die op eenjarige leeftijd ingeënt zijn, zijn bij bepaalde ziektes langdurig immuun. Je kunt een titerbepaling laten doen.

Vaccineren hond: titerbepaling

Een aantal dierenartsen is in staat eerst een titerbepaling doen. Dat is een bloedtest die meet de hoeveel antistoffen van Parvo, Hondenziekte en HCC je hond in zich heeft. Blijkt je hond nog voldoende weerstand te hebben, dan hoef je hem voor nu niet opnieuw te laten vaccineren.

3,0 / 8 stemmen