Castratie hond

Jouw hond is een echte bink, natuurlijk. Maar je wilt liever niet dat hij onverhoopt een teef dekt. Dan kun je overwegen je reu te laten castreren. Dat is een relatief eenvoudige en veelvoorkomende ingreep. Lees hier meer over deze ingreep en de voor- en nadelen ervan.

Castratie hond: waarom zou je het doen?

Je zit niet op puppies te wachten. Niet als je zelf toevallig ook nog een intacte teef hebt, maar zeker ook niet bij de teef van een ander. Vanaf de leeftijd van 6 maanden kun je je hond laten castreren. Dit kan ook voordelen in het gedrag van je hond opleveren, omdat de paringsdrang wordt weggenomen. Daardoor heeft je reu minder de behoefte om weg te lopen en te pas en te onpas zijn stem te verheffen. Ook zal je hond in en rond je huis minder ijverig een territorium proberen af te bakenen. Een prettige bijkomstigheid daarbij is dat de puss-achtige vloeistof die uit zijn penis komt na de castratie minder geproduceerd wordt door het lichaam. In het algemeen zal je hond makkelijker in de omgang worden met andere mensen en honden, en aanhankelijker naar jou toe.

Wil je eerst testen hoe je hond zich zou gedragen na een castratie zonder de knoop al door te hoeven hakken? Dan kun je implantaat (suprelorinchip) laten inplanten. Dit heet ook wel ‘chemische castratie’. Hierdoor wordt tijdelijk de productie van mannelijk hormoon onderdrukt. Vertoont je hond na het plaatsen van het implantaat wenselijker gedrag, dan is castratie wellicht een verstandige optie.

Castratie hond: andere voordelen

Naast dat je reu geen teefjes meer kan bezwangeren, zijn er verschillende andere redenen om hem te laten castreren. Tumoren in de testikels worden er onmogelijk door. De kans op ontstekingen rondom de prostaat vermindert, net als de kans op voorhuidontsteking en agressief gedrag.

Castratie hond: de nadelen

Als gevolg van de castratie is er kans op gewichtstoename, omdat de stofwisseling op een lager niveau komt te liggen. Het probleem van gewichtstoename kan in de hand gehouden worden door het voer te verminderen, of het dieet aan te passen. Andere mogelijke nadelen van castratie zijn verandering van de vacht en gedragsverandering bij je reu. Ook kan de schildklier te traag gaan werken door de castratie. Honden die worden gecastreerd voordat ze vijf maanden zijn hebben een verhoogde kans op heupdysplasie en het ontwikkelen van een scheuring in de kruisbanden (CCL).

Castratie hond: de ingreep

Je hond is gedurende de gehele ingreep onder algehele narcose. De dierenarts maakt tijdens de operatie een sneetje in de buikwand. Dit doet hij nét voor de testikels. Deze worden daarna beide verwijderd. Daarna wordt de wond gehecht en is de operatie klaar. Je hond kan dezelfde dag weer mee naar huis. Meestal is een kap niet nodig, omdat de wond klein is en de hechtingen onderhuids liggen.